In deel 2 van deze broodnodige blog zal ik als een profeet (die geen brood eet) ingaan op brood als verdachte van het bijdragen aan veel welvaartsgerelateerde ziekten. Gluten, lectines, fytinezuur, omega 3/6 disbalans en zoutoverschot spelen hier een rol bij. Ik zal beginnen met gluten en de omega disbalans …
Gluten
Zijn eiwitten die als reservevoedsel dienen voor de ontkieming van de graszaden. Gluten (komt uit het Latijn en betekent lijm) komen niet voor in dierlijke producten maar wel in de meeste granen zoals tarwe, rogge, gerst, spelt, maïs en haver. Non-granen, zoals wilde rijst, boekweit, quinoa, amaranth, sojabonen en zonnebloempitten bevatten geen gluten.
Voor de industrie zijn gluten ideaal en mensen zijn dol op de kauwbare structuur die gluten geven aan bijvoorbeeld brood en pizzadeeg. Gluten worden onderverdeeld in twee groepen eiwitten, de gluteines en de gliadines. Alleen de gliadinefractie kan aanleiding geven tot coeliakie (gluten-intolerantie). Granen met weinig tot geen van deze gliadines (rijst, maïs, haver) kunnen wel gegeten worden door mensen met coeliakie.
Coeliakie is de meest voorkomende voedselintolerantie in de westerse wereld. Op dit moment zijn er ongeveer 16.000 mensen in Nederland bij wie coeliakie is vastgesteld. Het werkelijke aantal mensen met coeliakie is waarschijnlijk veel hoger omdat de klachten niet altijd direct herkend worden. Coeliakie komt twee keer zo vaak voor bij vrouwen als bij mannen. Een onderzoek (in Amerika) gepubliceerd in 2003 in ‘the archives of internal medicine’ laat zien dat ongeveer 1 op de 100 mensen een vorm van glutenintolerantie heeft. Zijn de mensen met coeliakie nu ziek of hebben ze juist een voordeel boven de mensen die wel ongestoord granen blijft eten?
Nu is een zuivere coeliakie in principe goed te diagnosticeren, het lichaam maakt antilichamen aan tegen de gliadines (uit de gluten) en deze zijn aan te tonen, maar in het geval van ‘non-celiac gluten sensitivity’ (NCGS) oftewel ‘gluten related disease’ (GRD) is dat moeilijker. NCGS en GRD beschrijven een ziektebeeld waarbij er geen aantoonbare antilichamen worden gevonden maar wel klachten bij het gebruik van brood (die over gaan als mensen de gluten laten staan).
Deze gastro-enteroloog heeft er een hele website aan gewijd.
Hij vermoedt dat het voorkomt bij 10 tot 30 procent van de bevolking! Aangezien hijzelf een gastro -enteroloog is en IBS (irratable bowel syndrome) had, en zijn vrouw coeliakie heeft,is hij behalve professioneel specialist ook ervaringsdeskundige. Hij is zijn patiënten met IBS (en gerelateerde ziekten) op een glutenvrij dieet gaan zetten, terwijl ze niet het laboratorium / genetisch profiel hadden dat ze zou kwalificeren als coeliakie patiënt.
Maar het hielp wel erg goed tegen de klachten die de meeste patiënten ervaarde. Aangezien de klachten en risico’s die bij coeliakie horen direct afnemen en compleet verdwijnen wanneer de pathogeen (ziekmakend deeltje) niet meer wordt gegeten, zijn de coeliakie patiënten misschien wel beter af dan de NCGS / GRD klanten. De mensen met NCGS / GRD lopen soms nog langer rond met hun klachten omdat bij hen geen coeliakie geconstateerd is.
Tip van de dag is dan ook om mensen met maag/darm klachten op een gluten-vrij dieet / granen arm dieet te zetten en bij spectaculaire langdurige verbetering van de klachten, heb je met een gratis interventie mogelijk tonnen (is niet eens overdreven) aan gezondheidszorg bespaard.
Omega 3 / 6 disbalans
In een aparte blog zal ik de omega vetzuren nog nader uitleggen en hun heilzame en potentieel schadelijke eigenschappen. In het kort komt het er op neer dat deze meervoudig onverzadigde vetzuren (omega 3 en 6) een nauwe relatie hebben met elkaar en dat ze in de opname en verwerking afhankelijk zijn van elkaars hoeveelheid (competitieve opname inhibitie). Neem je veel omega 6 (stamvetzuur = linolzuur,zit bijna overal in maar voornamelijk in plantaardige olieën) dan wordt de omega 3 (stamvetzuur = alfa-linoleenzuur) slechter verwerkt, en dat geeft problemen zoals hart en vaatziekten, kanker, depressie, IBS etc. Granen bevatten praktisch alleen maar linolzuur en zijn deficiënt in alfa-linoleenzuur, bij groenten is dat doorgaans precies omgekeerd. (Hier een zelfgemaakt kort overzicht). Wanneer je veel granen eet zal dit bijdragen aan het overschot linolzuur wat al in overvloed aanwezig is binnen het geïndustrialiseerde dieet
In deel 3 zal ik verder gaan met fytininezuur en lectines.
Robert de vos
Ok, dat is dan ook weer verklaard. Ik was een poosje aan de visolie en had geeen last van mijn IBS-darmen en nu weer wel. (Nog steeds minder dan toen ik nog geen biogarde(saurus) at ’s ochtends)
Ik ga weer een pot kopen.
Hoeveel vis moet je eten om dit op te kunnen lossen zonder supplement?
Zeker intressant, heb weer wat geleerd.