Onlangs was er in Nederland een zeldzaam symposium “Arts en voeding”, het was dit jaar alweer de tweede keer dat het werd georganiseerd. In deze editie kwamen een aantal interessante onderwerpen aan de orde, die door diverse hoogleraren werden gepresenteerd in het Kennemergasthuis.
Allereerst, bedankt Kennemergasthuis en Platform Voeding leeft, het was een zeer interessante dag. In een notendop (zodat je tenminste de rest van de blog leest) hier alvast een aantal punten uit de presentaties:
- Linolzuur is een waardeloos vetzuur!
- Liever geen granen bij diabeten!
- Waarschijnlijk heeft iedere Nederlander een tekort aan vitamine D!
- Als je punt 2 hanteert in een huisartsenpraktijk heb je ineens bijna 0 type 2 diabeten in die regio!
- Suiker heeft veel meer schuld dan vet wanneer het gaat om welvaartsziekten, verplaats de focus liever hierheen!
- Je kan ADHD net zo succesvol behandelen met een dieet (RED dieet) als met medicijnen!
Deze notendoppen zal ik één voor één kort toelichten met wat links hier en daar voor eigenhandig graafwerk. Het symposium en het platform dat erachter zit probeert de plaats, die voeding inneemt binnen de geneeskunde, te vergroten en te versterken. Het is, zoals ik de laatste 17 jaar zelf heb kunnen constateren, niet echt een prioriteit binnen onze huidige gezondheidszorg. Tevens variëren de schattingen over hoeveel uur voedingsleer er in de geneeskunde studie zit tussen de één en vier uur (complete opleiding). Pogingen om meer uren in het curriculum te krijgen is een lastige opgave, aldus één van de aanwezige hoogleraren. Ik denk dat er zeer veel artsen zijn die meer met voeding willen doen, maar tegen een aantal van de onderstaande problemen / hindernissen oplopen.
- Het zit bijna niet in de opleiding, kennis komt ook niet uit bijscholingen want deze zijn er amper. Je moet doorgaans eerst enthousiast worden over een onderwerp binnen de studie om er daarna zelf mee verder te gaan
- Artsen hebben doorgaans zeer weinig tijd voor een consult, een complete klinische les over het effect van voedingspatronen past slecht in 10 min.
- Er is een stuk minder geld voor interventie studies met diëten dan met medicijnen
3a) Promoveren op een voedingsonderwerp is lastiger - Er heerst vanuit o.a. de vereniging tegen de kwakzalverij een enorme antipathie tegen alles wat met een vitamine of mineraal te maken heeft.
- Voeding is niet cool, genetica wel
- De geneeskunde is erg gesegmenteerd (lees reductionistisch) ingedeeld waardoor de dokter de medicijnen doet en de diëtiste de voeding (waar heb ik dit eerder gehoord?)
- Het zo enorm belangrijk gevonden EBM (evidence based medicine) paradigma past al moeilijk in de medicijnleer en is bijna onmogelijk te hanteren bij voedingsonderzoek.
Ik zou zeker willen pleiten voor een studie nutritionisme, een universitaire opleiding die alle facetten van humane voeding omhelst en toepasbaar is op de praktijk. We hebben namelijk wel enorm veel mensen in Nederland die veel van voeding afweten, echter, het probleem voor het grootste gedeelte van deze mensen is:
- ze werken niet met patiënten / of ze hebben er te weinig over te zeggen
- ze werken complementair en zitten daarmee in de aanvullende verzekering (wat ze minder toegankelijk maakt)
Het is maar mijn bescheiden mening, maar de beste opleiding wanneer het gaat om voeding / gezondheid en praktijk is niet in het reguliere circuit te vinden maar in het complementaire. Zoals de opleiding PNI.
Nu even terug naar het begin, we beginnen met punt één:
1) Linolzuur is een waardeloos vetzuur:
Dat is zeker waar, maar dit punt komt binnenkort nog in een aparte VLOG (vies woord) aan bod. Dus deze laten we even liggen.
2) Liever geen granen bij diabeten:
Een uitspraak als deze zou niet zo spectaculair zijn als hij van een alternatieve / complementaire arts/therapeut zou komen, maar hij komt van hoogleraar diabetologie Hanno Pijl!!! Tijdens zijn oratie (de spreekbeurt die je mag houden bij je aanstelling tot hoogleraar) sprak hij over voeding en de titel was “In het land van bitterbal en boterkoek”. OOh My God, geen granen bij diabeten???, maar waarom adviseren dan de meeste diëtisten om lekker de hele dag door bammetjes te smeren? En hoe zit het dan met de vezels enzo, is Hanno Pijl misschien niet goed geworden? Nee hoor, behalve dat hij nu op mijn persoonlijke helden lijstje staat (daar zal hij super blij mee zijn) is hij gewoon goed op de hoogte van wat granen (voornamelijk tarwe) kan doen met de fysiologie van de mens. Wanneer er beginnende insuline intolerantie optreed en de granen worden gemeden dan is het proces zeer snel omkeerbaar. Hoe dat kan en wat de mechanismen erachter zijn staan o.a in de blog van Melchior Meijer over het boek de Broodbuik van William Davis.
Het is niet zozeer het boek dat zo goed is maar wel de blog van Melchior. Had u de blog van Melchior nog nooit gevonden, pluis hem dan helemaal door. Alles wat erop staat is puur kwalitatief leesplezier. Ik had al eens een apart brood blog geschreven daar stond eigenlijk nog niks in over amylopectine, en dat is nu min of meer de hoofdschuldige wanneer het gaat om het in de war sturen van suikerspiegels.
Amylopectine (wikipedia) is eigenlijk een gigantisch groot suiker molecuul wat door zijn chemische structuur enorm snel is af te breken tot losse suikers. Wanneer je van granen witmeel maakt, wordt het helemaal problematisch (de glyceamische index wordt steeds slechter). Ik hoop dat het niet lang gaat duren voordat dit anti graan advies snel doorkomt in de praktijk van de huisdokter of de spreekkamer van de internist want dit gaat echt miljoenen schelen op jaarbasis.
3) Waarschijnlijk heeft iedere Nederlander een vitamine D tekort:
Wat gebeurt er als je een plant een aantal weken in het donker zet? Het antwoord op die vraag is snel
gevonden en de achterliggende rede ook. Planten moeten via fotosynthese hun opgenomen koolstofdioxide omzetten in koolhydraten, anders groeien ze niet zo hard. Maar mensen doen ook aan “fotosynthese”, wij moeten via zonlicht cholesterol omzetten in vitamine D. En vitamine D is betrokken bij een enorm groot gedeelte van onze fysiologie, of zoals Frits Muskiet het zei: “de helft van onze genen is responsief voor vitamine D”
Vroeger waren we met ze allen 70 % buiten de grot en 30 binnen. Wanneer je 5 dagen werkt in een gebouw en met de auto naar je werk gaat, heb je een goede kans dat je misschien 10 minuten per dag buiten bent. In het geval van 10 minuten ben je nog geen 1% buiten de grot geweest die dag, en dat haal je in het weekend echt niet in. Onze fysiologie is door de loop van jaren evolutie geniaal opgebouwd, het heeft D zo belangrijk gemaakt omdat het mechanisme alleen maar op de zon loopt (cholesterol maakt je lever zelf, ongeveer een bak eieren per dag).
Maar wat is dan laag? Momenteel staat de onder grens op 50 nmol/l maar er zijn al oncologen (artsen gespecialiseerd in kanker) die liever rond de 100 willen zitten. Veel Nederlanders zitten onder de 50, en dat zorgt voor een slecht werkend immuun systeem maar ook je reparatie snelheid in het algemeen gaat achteruit. Vitamine D is voor veel meer belangrijk dan botgezondheid, en het belang wordt gelukkig steeds meer onderkend. Toch heb ik zeer veel mensen in mijn praktijk die een lange geschiedenis hebben van een heel scala aan gezondheidsproblemen waarbij nog nooit D is bepaald. Het is eenvoudig te checken en zonde om niet na te vragen wanneer je cliënten wil behandelen met die een lange voorgeschiedenis heeft. Lage D spiegels komen ook veel voor bij niet- westerse allochtone. Ruim de helft (55%) van zwangere Turkse, Marokkaans enandere niet-westerse allochtone vrouwen en 54 procent van de allochtone baby’s heeft een ernstig gebrek aan vitamine D. Je mag in Nederland 10 mcg vitamine D per dag tot je nemen (van de gezondheidsraad), ga je 300 kilometer (vanuit mijn positie) landinwaarts dan mag je in Duitsland ineens 30 mcg = 1200IE opeten? Ik hoop dat de gezondheidsraad binnenkort hier ook gevoelig gaat worden voor het advies om de D grens op te trekken.
Volgende keer punt vier, vijf en zes, ik ga nu nog even in de zon zitten ……